Het aantal vrouwen dat in de Tweede Kamer zit is sinds de verkiezingen vanaf 1912 uiteraard toegenomen. In 1917 werd het pas opgenomen in de Grondwet dat ook vrouwen dit recht hadden. Waar er eerst nog slechts twaalf vrouwen in de Kamer zaten, waren dat er in 2010 al 62. Toch is er sinds 2012 een daling te zien, vrouwen worden weer minder vertegenwoordigd in Kamer.

Cijfers liegen niet

Op het moment zijn er 58 vrouwen in de Tweede Kamer, blijkt uit een analyse van Nu.nl. Vooral de PVV heeft weinig vrouwen. Van de vijftien zetels die de partij eerder heeft gehaald, zullen er slechts drie worden bezet door vrouwen. De meeste vrouwen zitten in de PvdA, namelijk negentien. 58 vrouwen komt nog lang niet bij de helft van het totaal, maar het is in ieder geval meer dan tientallen jaren geleden. Vooral sinds de jaren 70, de tijd van het feminisme, zien we meer en meer vrouwen de Tweede Kamer betreden.

Hoe kan dit?

Maar waarom is dit eigenlijk zo? Waarom zijn er nog steeds meer mannen dan vrouwen in de politiek? Op meerdere vlakken is dit het geval. Er zijn geen vrouwelijke fractievoorzitters, grote gemeenten hebben geen vrouwelijke burgemeesters en er zijn minder vrouwelijke ministers dan mannelijke. In het parlement is op het moment 39 procent vrouw, in het kabinet is dit 38 procent. Volgens hoogleraar politicologie Monique Leyenaar ligt dit aan het feit dat onze politiek erg gefragmenteerd is. Er zijn zo ontzettend veel politieke partijen, waar vrouwen minder vaak in de top van de lijsten te vinden zijn. Zij stelt ook dat lokale partijen, die tevens 25% uitmaken van de totale uitslag, maar weinig vrouwen kandidaat stellen. Uit onderzoek via Twitter en Linkedin is gebleken waarom dit zo is. Veel mensen, voornamelijk mannen, vinden dat het in politiek om kwaliteit gaat, een aspect wat mannen beter kunnen bieden dan vrouwen, volgens hen.